Aanwijzing voor de gespreksleider
Jeugdliteratuur is een rijke inspiratiebron voor filosofische gesprekken. Andersom zijn gesprekken over boeken een belangrijke motivatie voor het lezen. Onderstaand vind je gespreksvragen die geïnspireerd zijn door het bij deze les aangegeven boek. Je kunt deze vragen natuurlijk ook bij een andere aan- of inleiding gebruiken, of aansluitend bij een boek met dezelfde thematiek.
Het boek als inleiding op het gesprek
Er zijn verschillende mogelijkheden om een boek als startpunt te gebruiken:
- Lees het boek in etappes voor aan de groep;
- Lees een fragment voor aan de groep;
- Vraag één of meerdere leerlingen een boekbespreking voor te bereiden bij het boek;
- Presenteer het boek en de inhoud als aanbeveling voor het individueel, zelfstandig lezen. Kijk daarvoor ook op Youtube, waar van veel boeken promoties, trailers of besprekingen te vinden zijn.
Beschrijving van het boek ‘De gemeneriken’ door J. van Berckum
Dit is een verhaal over een meisje dat een echte rebel is door lief te zijn. Madelief Grommel is het liefste meisje ter wereld. Dat vinden haar ouders niet leuk. Daarom moet ze naar de School voor Gemeneriken. Ze krijgt er les van leerkrachten als juf Achterbaks, meester Kattenkwaad en juf Vloekgraag. Zij moeten van Madelief een echte gemenerik maken. Maar het loopt niet helemaal zoals gepland.
Gespreksregels
Leid het filosoferen in en benoem de gespreksregels in de kring.
Filosoferen
Denk samen na aan de hand van de volgende vragen.
- Welke personen uit het boek ‘De gemeneriken’ vind jij eigenwijs? Waarom vind je dat?
- Wat betekent eigenwijs?
- Ben jij eigenwijs? Ben je af en toe eigenwijs, of meestal?
- Is eigenwijs zijn iets goeds? Of is het juist niet goed? Waarom vind je dat?
- Wat is het voordeel van eigenwijs zijn?
- Wat is het nadeel van eigenwijs zijn?
- Hoe zou het zijn als iedereen alles op dezelfde manier deed en niemand eigenwijs was?
Afsluiting en verwerking
Sluit het gesprek af met een korte samenvatting.
Ter verwerking kunnen de leerlingen een eigenwijze hoofdpersoon (een character) voor een verhaal, boek of film bedenken. Vraag de leerlingen deze hoofdpersoon te beschrijven in uiterlijk (hoe ziet hij/zij eruit, welke kleding draagt hij/zij, hoe zit zijn/haar haar, wat valt op?) en innerlijk (is het iemand die meestal vrolijk is of juist mopperig, is hij/zij slim, handig, lief, druk, sportief, etc.). Belangrijk bij het bedenken van de hoofdpersoon is de vraag wat hem of haar tot een ‘eigenwijs persoon’ maakt: Waarin is hij/zij anders dan anders, speciaal, eigenwijs? Natuurlijk krijgt de hoofdpersoon ook een naam die past bij zijn of haar karakter.
Leerlingen die snel klaar zijn met de beschrijving, of die moeite hebben met taal en zich gemakkelijker uitdrukken in beeld, kunnen er een tekening bij maken.
Verantwoording
Titel: De gemeneriken
Schrijver: J. van Berckum
Uitgeverij: Clavis, Hasselt (België) 2022.