Introductie
December is een maand van vrijgevigheid, van gulheid. Veel kinderen krijgen cadeautjes met Sinterklaas of Kerst. Er is vaak meer aandacht voor goede doelen, voor armoede. En we nodigen graag anderen uit om de decemberfeesten samen te vieren.
In deze les onderzoeken de leerlingen wat vrijgevigheid is en of zij dat herkennen bij zichzelf of anderen.
Startopdracht
Vraag de leerlingen bij wijze van start:
- Maak een kort verlanglijstje, waarop je twee of drie dingen schrijven die zij graag nog zouden krijgen.
Verlanglijstjes zijn bij de meeste kinderen bekend en vormen de opstap naar de volgende opdracht:
- Maak een ‘vrijgevig-lijstje’: een lijstje waarop je drie dingen schrijft die je graag aan een ander zou willen geven. Schrijf er eventueel bij aan wie.
Inventariseer vervolgens klassikaal de opbrengst van de tweede opdracht, de vrijgevig-lijstjes.
Wat hebben de leerlingen bedacht? Hoe kwamen ze op dat idee?
Gespreksregels
Ga met de groep in de kring. Leid het filosoferen in en benoem de gespreksregels die je wilt hanteren.
Filosoferen
Filosofeer aan de hand van de volgende vragen.
- Weet je wat vrijgevigheid betekent? Of gulheid? Wat betekent gul?
- Waaraan merk je dat iemand vrijgevig of gul is? Ken je iemand die heel gul is?
- Ben jij weleens gul (geweest)? Kun je een voorbeeld bedenken?
- Zijn gulle mensen aardiger dan mensen die niet gul zijn? Waarom vind je dat?
- Kan iemand alleen gul of vrijgevig zijn als zij of hij rijk is?
- Zijn sommige dingen moeilijker te (weg)geven dan andere?
Wat kun je makkelijk weggeven? En wat moeilijk? - Wat is leuker: geven of ontvangen? Waarom vind je dat?
Afsluiting
Sluit het gesprek af met een korte samenvatting.
Bekijk of bespreek met de groep of jullie iets kunnen doen met de ‘vrijgevig-lijstjes’. Staat er een goed idee bij dat past bij de kerstgedachte en waar je samen actie op wilt ondernemen?